Door wat wordt depressie veroorzaakt?
Een negatieve ervaring zoals het verlies van een geliefde of een job, of het lijden aan een ernstige somatische aandoening of onderhevig zijn aan veel en langdurende stress, kan soms een depressieve episode uitlokken. Soms kan depressie echter ook spontaan opduiken zonder duidelijke oorzaak.
Er zijn nog andere factoren die bijdragen tot het opkomen en het blijven aanslepen van een depressie, zoals genetische factoren, hormonenschommelingen, sommige medische aandoeningen, stress, verdriet, of moelijke levensomstandigheden. Gelijk welke combinatie van deze factoren kan leiden tot veranderingen in de fysiologie van de hersenen, en kan het vermogen om zich aan te passen aan interne en externe gebeurtenissen bemoeilijken, met signalen en symptomen van depressie tot gevolg.
Geïsoleerde factoren leiden zelden tot depressie. Eén enkele factor kan er wel voor zorgen dat we in een ‘neerwaartse spiraal’ van negatieve gedachten, gedragingen en gevoelens terechtkomen die uiteindelijk in een depressie resulteert: beeldt je in dat jouw huwelijk op de klippen loopt, je zult je waarschijnlijk ongelukkig voelen, als gevolg daarvan ga je contact met vrienden en familie vermijden en zal je misschien meer beginnen drinken (alcoholmisbruik). Zo een reeks van opeenvolgende negatieve gebeurtenissen bezorgt je een nog slechter gevoel en vergroot de kans op een depressie
Laten we nog een voorbeeld geven. We weten, dankzij wetenschappelijk onderzoek, dat depressie een genetische component heeft, maar tot op de dag van vandaag is het niet mogelijk om exact te bepalen welk gen het onstaan van een depressieve episode triggert. Verscheidene studies (waaronder bevolkingsstudies en onderzoek bij tweelingen en adoptie) tonen aan dat de kans op een depressie 3 maal groter is bij mensen die ouders of andere familieleden hebben die ooit een depressie meemaakten. Met andere woorden: mensen die komen uit een familie waarin depressie zich voordoet, lopen meer kans om zelf ook een depressie te ontwikkelen. Maar voor de eigenlijke ontwikkeling van deze stoornis, moeten er ook andere factoren aanwezig zijn.
Daarom wordt gesteld dat depressie een biopsychosociaal probleem is, waarbij de ontwikkeling varieert van persoon tot persoon.
Dit betekent dus dat we rekening moeten houden met de interactie van zowel biologische als psychologische factoren, om de ontwikkeling van depressie te kunnen verklaren. De interactie tussen beide factoren is zoals een munt met twee kanten. De interactie tussen psychosociale en neurobiologische factoren is niet alleen bepalend voor de ontwikkeling van depressie, maar speelt ook bij alle andere psychische stoornissen een rol. Deze factoren kunnen een invloed hebben op verschillende niveaus: de kwetsbaarheid voor depressie, de snelheid waarmee depressie wordt uitgelokt en de mate waarin de problemen blijven aanslepen.