Vragen naar zelfdodingsgedachten en -gedrag
Een verhoogd risico op zelfdoding is herkenbaar door de aanwezigheid van zelfdodingsgedachten, extreme hopeloosheid of schuldgevoelens, sociaal isolement, onrustig gedrag, praten over zelfdoding en concrete plannen maken. Als je denkt dat iemand in direct gevaar is, moet je niet bang zijn om de persoon in kwestie aan te spreken over jouw bezorgdheden (bv. “je bent precies nogal neerslachtig en overstuur, denk je aan zelfdoding of zelfbeschadiging?”).
Als de persoon geen zelfdodingsgedachten heeft, zullen dit soort vragen geen aanleiding geven tot suïcidaal gedrag. Wanneer de persoon wel zelfdodingsgedachten heeft, kan jouw directe aanpak voor de persoon in kwestie opluchtend werken. Als de persoon toegeeft dat hij/zij aan zelfdoding denkt, probeer er dan achter te komen of hij/zij al concrete plannen heeft gemaakt of reeds eerder zelfdodingsgedrag stelde.
Luister aandachtig en open naar zijn/haar antwoorden en probeer er achter te komen of je nog iemand kan betrekken, bv. een familielid of een professionele hulverlener. Het is belangrijk om te weten dat een acute suïcidale crisis van tijdelijke duur is en het is van essentieel belang om schade te vermijden tijdens deze acute fase. Belangrijk is dat je de persoon zelf ook zoveel mogelijk betrekt bij het nemen van beslissingen. Veroordeel hem/haar niet en kom niet gechoqueerd over, maar luister aandachtig en empathisch. Zoek ook hulp voor de persoon, moedig hem/haar aan om hulp te zoeken of ga zelf op zoek naar hulp.
Als een persoon beantwoordt aan de criteria voor gedwongen opname, wees er dan zeker van dat dit ook zo gebeurt. Zelfs als een persoon niet in aanmerking komt voor gedwongen opname, moet je er wel voor zorgen dat deze persoon de weg vindt naar de juiste geestelijke gezondheidsvoorziening. Laat een suïcidaal iemand nooit alleen: zorg ervoor dat familieleden of andere vertrouwenspersonen ter plekke zijn en dat zij de verantwoordelijkheid opnemen om de veiligheid van deze persoon te vrijwaren.