Hoe werken de hersenen?

Er worden 6 grote hersengebieden onderscheiden die verantwoordelijk zijn voor onze denkfuncties:
 
1. Denken of cognitie
2. Perceptie of zintuiglijke gewaarwording
3. Regulatie van emoties of gevoelens
4. Signalen uit de omgeving opvangen of hierop reageren
5. Fysieke of somatische regulatie
6. Gedrag of sociale regulatie

Wanneer de hersenen niet goed functioneren, zijn één of meerdere van deze functies aangetast met specifieke signalen en symptomen tot gevolg. Bij een depressie is in eerste instantie de regulatie van emoties verstoord, maar ook andere hersenfuncties kunnen moeilijkheden ondervinden.

Alle emoties, stemmingswisselingen, gedachten, belevingen en gedragingen ontstaan door activiteit van de zenuwcellen in onze hersenen. De hersenen bestaan uit meer dan 1 miljoen zenuwcellen (neuronen) die georganiseerd zijn in complexe neurale netwerken. Informatie wordt overgedragen van het uiteinde van een neuron naar een volgend neuron (synaps), zoals ook bij elektriciteit het geval is. De neuronen liggen niet vlak naast elkaar. Er is steeds een kloof tussen 2 neuronen (synaptische kloof) die wordt overbrugd door boodschappers of “neurotransmitters”.

Een electrisch signaal dat aankomt bij het uiteinde van een zenuwcel, triggert de vrijlating van neurotransmitters in de synaptische kloof. De neurotransmitters die worden opgepikt door aangrenzende neuronen, zorgen ervoor dat de informatie aan het volgende neuron wordt doorgegeven. Daarnaast, worden er constant nieuwe verbindingen gemaakt tussen neuronen en worden de bestaande verbindingen onderhouden. Dit gebeurt met behulp van hormonen die geproduceerd worden in onze hersenen (brain derived neurotrophic factor - BDNF).

Gezonde hersenen hebben voldoende BDNF en maken constant nieuwe neuronverbindingen. Het is alsof informatiepaden constant aangemaakt en onderhouden worden. Het is via deze paden dat electrische signalen worden omgezet in verschillende emoties, gedachten en gedragingen.

De diagnose van psychische stoornis kan van toepassing zijn wanneer het brein niet meer voldoende functioneert, en signalen en symptomen het dagelijks functioneren van een persoon in relatie tot zichzelf, anderen, familie en vrienden, zwaar verstoren (thuis, op school, op het werk).

Psychische stoornissen zoals depressie zijn onderdeel van het internationale classificatiesystemen voor stoornissen zoals de ‘North-American Diagnostic and Statistical Manual’ (DSM) of de ‘worldwide International Classification of Diseases’ (ICD). Dankzij deze classificatiesystemen, kunnen dokters en andere gezondheidsexperts tot een brede consensus komen over de definitie en diagnose van depressie en andere psychische stoornissen.

Net zoals andere psychische stoornissen, is depressie het gevolg van een complexe interactie tussen genetische en omgevingsfactoren. Men kan niet zomaar stellen dat psychische stoornissen enkel en alleen veroorzaakt worden door genen, opvoeding, of etnische en culturele achtergrond. Meestal gaat het om een combinatie van al deze factoren.